Dit boek bevat de interpretatie van de soerahs negenendertig tot en met zevenenvijftig van de Glorieuze koran, de primaire bron van de islam. Een alomvattend commentaar dient de vele aspecten van uiteenlopende kennisgebieden in ogenschouw te nemen. Te denken valt aan Arabische grammatica en linguïstiek, jurisprudentie, context, geschiedenis en andere. Wellicht overbodig te constateren dat hiervoor universele kennis vereist is. Ibn Kathier zegt in de inleiding van zijn Tafsier: “Wanneer iemand naar de beste methoden van Tafsier vraagt, dan antwoordden wij dat de meest correcte methode om de koran uit te leggen met de koran zelf is. Wat op een bepaalde plaats in de koran in algemene termen wordt vermeld, wordt gewoonlijk op een andere plaats uitgelegd. Vindt men dit niet gemakkelijk, dan zou men naar de Soennah moeten kijken, aangezien het doel ervan is om de Qor’ān uit leggen en zijn betekenis te preciseren. Allāh zegt: – “Wij hebben u (o Mohammed, vzmh) de Maning (de koran) geopenbaard, opdat u de mensen duidelijk kunt uitleggen wat hun nedergezonden is en dat zij zullen gaan nadenken.” (16 Soeratoen-Nehl: 44) Hierom zei de Boodschapper van Allāh, vzmh: – “Mij is de koran en zijn equivalent gegeven,” Ahmed refererend aan de Soenneh.” De eerste generatie van de Islam zag er gewoonlijk vanaf om hetgeen uit te leggen, waarvan zij geen kennis hadden. Van Èboe Bakr As-Siddiq is de volgende uitspraak overgeleverd: – “Welk land zal mij dragen en welke hemel zal mij bedekken, als ik over het Boek van Allāh zeg waar ik geen weet van heb?” Ibn Kathier is de gerespecteerde Imam ‘Imèdoed-Dien Èboel Fidè’ Ismè‘iel ibn ‘Oemar Ibn Kathier, El Qoerashi, El Boesrawi, moge Allāh hem Zijn genade schenken. Hij was van origine uit Mejdel in de omgeving van Bosrā (geboren in 701 H./ 1300 AD) en opgeleid en woonachtig in Damascus. De historicus Jèmèloed-Dien Yoesoef ibn Seyfoed-Dien karakteriseerde hem als volgt: “Hij is de Sheig, de Imam en geleerde ‘Imèdoed-Dien Èboel Fidè’. Hij leerde extensief en was zeer actief in het verzamelen van kennis en schrijven. Hij was excellent op het gebied van Fiqh, Tafsier en Hadieth. Hij verzamelde kennis, schreef boeken, onderwees, vertelde Hadieth en schreef. Hij had een immense kennis op het gebied van Fiqh, Tafsier en Hadieth, de Arabische taal enzovoorts. Hij stond bekend om zijn precisie, zijn uitgebreide kennis en als een geleerde in geschiedenis, Hadieth en Tafsier.”